Nederlands Deutsch

Immuunstatus standaard plus

Het immuunsysteem is één van de grootste en meest complexe "organen" in ons organisme. Het heeft de taak ons ​​te beschermen tegen micro-organismen (bacteriën, virussen, schimmels en parasieten), vreemde en verontreinigende stoffen, gifstoffen en kwaadaardige cellen. Lymfocyten hebben belangrijke taken in het verloop van de specifieke en niet-specifieke immuunafweer. Vanwege hun diverse functionele kenmerken vormen de individuele lymfocytensubpopulaties fundamentele functionele eenheden van de cellulaire immuunas.

De laboratoriumdiagnostische differentiatie van de lymfocytensubpopulaties vertegenwoordigt een ​​fundamentele immunologische basisdiagnose, die diagnostische en therapeutische conclusies pas mogelijk maakt.
Dit onderzoek vertegenwoordigt de fundamentele immunologische diagnose. De indicaties voor de differentiatie van de lymfocytensubpopulaties zijn het gevolg van talrijke ziekten die verband houden met een primaire of secundaire immuundisregulatie of immuundeficiëntie.

Bij onderzoek naar de cellulaire immuunsituatie (synoniemen: cellulair immuunprofiel, immuun-fenotypering) worden naast een groot bloedbeeld de verschillende lymfocytensubpopulaties in kaart gebracht: CD3 T-lymfocyten, NK-Cellen (CD3-CD16+CD56+), B-cellen (CD 19+), CD4 T-cellen (CD3+CD4+), CD 8 T-cellen (CD3+CD8+), CD4/CD8-Ratio, Cytotoxische T-cellen (CD3+CD8+CD57+), Regulatorische T- Cellen (T-reg) (CD3+CD8+ CD57-), Cytotoxische/regulatorische T-cellen quotiënt, Activeringsmarker “Geactiveerde” T-lymfocyten (HLA-Dr+), CD25+ geactiveerde T cellen (CD3+CD25+), NK-achtige T-cellen (CD3+CD16+CD56+), Dubbelpositieve T-cellen (CD3+CD4+CD8+), Dubbelnegatieve T-cellen (CD3+CD4–CD8–), Naïeve T-helpercellen en RTE-cellen (Thymusreserve).

Celtype

Specifieke marker

Functie

T-cellen

CD3+

Inductie en regulatie van de cellulaire immuunafweer.

T-helpercellen

CD3+ CD4+

Inductie van de celgemedieerde en humorale immuunrespons, antigeenpresentatie.

Naïeve T-cellen

CD4+ CD45RA+

T-cellen zonder antigeencontact.

Thymusreserve

CD4+ CD45RA+ CD31+

Uit de thymus gemigreerde cellen als maat voor de thymusactiviteit.

Regulerende T-cellen

CD4+ CD25+ CD127-

Regulatie van het geactiveerde immuunsysteem.

Cytotoxische T-cellen

CD3+ CD8+

Vernietiging van doelwitcellen, maar ook onderdrukkende eigenschappen.

Cytotoxisch actieve T-cellen

CD8+ CD28+

Vernietiging van doelwitcellen.

Geactiveerde T- Cellen

CD3+ HLA-DR+

Antigeenpresentatie.

Natural Killer T-cellen

CD3+ CD16+ / CD56+

Afweer tegen virusinfecties, het antigeenspeciek lyseren van gedegenereede cellen.

B-cellen

CD19+

Humorale immuunrespons, expressie en afgifte van immunoglobulines.

Natural Killer-cellen

CD16+ / CD56+

Aangeboren immuunafweer, lyseren geïnfecteerde cellen en tumorcellen op een antigeen-niet-specifieke manier.

Indicatie voor lymfocytenstatus

-Immuundeficiëntie met recidiverende of chronische infecties
-Therapiecontrole bij malignoom patiënten (monitoring van de immuunstatus, bijv. bij agressieve therapievormen zoals immunosuppressiva, bestraling enz.)
-Therapiecontrole in het kader van immuuntherapie (bijv. interleukines, plantaardige immuunstimulantia)
-Monitoring van de immuunstatus bij transplantaties
-Differentiële diagnose van exogene allergische alveolitis, sarcoïdose, enz.
-Diagnose en opvolging van chronische en acute lymfatische leukemie
-Lymfocytose - bewijs of uitsluiting van een immuunproliferatieve ziekte
-Lymfocytopenie - bewijs of uitsluiting van een primaire of secundaire immuundeficiëntie
-Oorzaak diagnostiek van persisterende (aanhoudende) infecties veroorzaakt door virale, bacteriële of mycologische pathogenen
-Auto-immuunziekten
-Preventie, bijv. om veroudering van het immuunsysteem (immuunsenescentie) uit te sluiten