Jodium
Jodium is een spoorelement dat in kleine hoeveelheden aanwezig is in de natuur. Ook het menselijk lichaam heeft van dit mineraal maar weinig nodig. In drinkwater is het gehalte aan jodium nihil, dus het grootste deel van dit spoorelement komt het lichaam binnen met voedsel. Echter, in Nederland is de bodem arm aan jodium, waardoor het van nature niet zoveel voorkomt in voeding. Jodium zit met name in zeevruchten en zeegroenten, maar ook in melk, eieren, vlees en granen zitten kleine hoeveelheden jodium. De vereiste dagelijkse inname van jodium is afhankelijk van de leeftijd van de persoon, te weten 40 mcg per dag bij zuigelingen en 150 mcg per dag voor volwassenen. Tijdens de zwangerschap neemt de behoefte aan jodium toe tot ongeveer 200 mcg per dag.
Tot 2009 was het verplicht om gejodeerd zout te gebruiken bij het bakken van brood. Tegenwoordig bakken veel mensen zelf brood of kiezen zij voor biologisch brood, vaak zonder toevoeging van gejodeerd zout of eten zij zelfs helemaal geen brood, waardoor het risico op een jodiumtekort toeneemt. Het kan echter bij volwassen jaren duren voordat een jodiumtekort zich voordoet, aangezien het lichaam eerst de jodiumvoorraad van de schildklier zal verbruiken. Hierdoor zal de schildklier trager gaan werken. Ook dit wordt vaak pas laat gediagnosticeerd vanwege de aspecifieke, vage klachten.
Jodium in urine
Omdat bij voldoende inname 70-90% van jodium wordt uitgescheiden in de urine, wordt de concentratie in urine gezien als goede maat voor de jodiumstatus in het lichaam.