Nederlands Deutsch

Kalium - K

Dit is een mineraalzout met een positieve lading (elektrolyt). Het heeft samen met onder andere natrium een belangrijke rol in de vochthuishouding en pH-regulatie van het lichaam. Samen met natrium vormt kalium de natrium-kalium pomp, deze houdt het vocht binnen en buiten de cellen met elkaar in verhouding. Het is een essentieel nutriënt voor de groei en de spiervorming. Kalium is nodig voor de zenuwprikkelgeleiding en het handhaven van een normale bloeddruk. Verder is kalium noodzakelijk voor het samentrekken van de spieren en voor de energiehuishouding in de spieren.

De elektrolytenbalans kan verstoord raken bij een aantal verschillende aandoeningen. Kalium is vaak verstoord bij nierziekten en hevige diarree. Het gebruik van bepaalde medicijnen zoals plaspillen (diuretica) zorgen ook vaak voor verlies van kalium. Een afwijkende kaliumwaarde kan gevaarlijk zijn, omdat dit een shock, ademhalingsmoeilijkheden of hartritmestoornissen kan veroorzaken.

Kalium (Hematocriet gecorreleerd)
Mineralen en spoorelementen bevinden zich deels in het bloedplasma, maar veelal grotendeels in de erytrocyten (rode bloedcellen). De gemeten hoeveelheid is daarom gecorreleerd aan het aandeel rode bloedcellen. Het berekende percentage geeft zo aan hoeveel koper in het totale bloed beschikbaar is.
Toepassing van deze methode in de praktijk heeft echter aangetoond dat correctie voor de celmassa van erytrocyten alleen van cruciaal belang is wanneer de afwijking in hematocriet buiten een bepaalde referentiewaarde ligt. In deze gevallen wordt de hematocrietwaarde nog steeds gebruikt voor een hematocrietafhankelijke correlatie. Indien de hematocrietwaarde zich echter binnen de gedefinieerde leeftijds- en geslachtsafhankelijke grenzen bevindt, dan kan een hematocrietcorrelatie achterwege blijven. Daarom wordt een hematocrietcorrelatie alleen uitgevoerd als de gemeten hematocrietwaarde buiten de gedefinieerde referentiewaarde valt. In alle andere gevallen wordt alleen de absolute meetwaarde weergegeven in de rapportage van het onderzoeksresultaat.

Symptomen tekort

Omdat kalium in veel voedingsmiddelen voorkomt, is het onwaarschijnlijk dat er een tekort ontstaat door onvoldoende inname via de voeding. Een tekort kan ontstaan als gevolg van een verhoogd verlies aan kalium door langdurig aanhoudende diarree of braken. Ook kan een tekort aan kalium ontstaan door het gebruik van laxeermiddelen of diuretica.

Symptomen bij een tekort aan kalium zijn onder andere gebrek aan eetlust, spierzwakte, onregelmatige pols en stoornissen van het hartritme. Psychische stoornissen zoals depressie en verwarring kunnen ook een gevolg zijn van een tekort aan kalium.

Symptomen overschot

Het is vrijwel onmogelijk om teveel kalium op te nemen via voeding. De nieren houden de hoeveelheid kalium in het lichaam constant. Een acute kaliumvergiftiging kan optreden als iemand ineens 18 gram kalium per dag inneemt en het teveel aan kalium onvoldoende wordt uitgescheiden via de urine. Te veel kalium leidt tot problemen bij de werking van de zenuwen en spieren en tot hartritmestoornissen. Een te hoog kaliumgehalte in het lichaam kan in het ergste geval leiden tot een hartstilstand.

Bronnen

Vrijwel alle voedingsproducten bevatten kalium. Rijk aan kalium zijn peulvruchten, vlees, vis, noten, volkorenbrood, tarwezemelen, dadels, avocado, bloemkool, boerenkool, broccoli, knoflook, peterselie, aardappelen, banaan, sojabonen, spinazie, pruimen, rozijnen, tomatenpuree, tomatenketchup, kelp, sesamzaad en melk bevatten allen relatief veel kalium.
Gezien het belang voor de weefselsynthese is de kaliumbehoefte dus nauw verbonden met de eiwit- en energiebehoefte. De aanbevolen hoeveelheid bedraagt ongeveer 78 mg per 100 kcal.