Nederlands Deutsch

SKB-Test: ROTS-Test en SKL-Test

Sinds de uitvinding van de microscoop door Anthonie van Leeuwenhoek in 1723, hebben vele onderzoekers geprobeerd allerlei ziekten en kwalen aan de hand van lichaamsvloeistoffen, waaronder bloed, te diagnosticeren. De oude Grieken veronderstelden al een samenhang tussen ziekten en de samenstelling van het bloed.

De SKB-Test bestaat uit twee verschillende onderzoeken, namelijk de Reactieve Oxidatieve Toxische Substanties-Test (ROTS-Test) en de dr. Sklenar, ofwel de SKL-Test. Deze onderzoeken staan los van elkaar, maar gecombineerd worden de betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en bruikbaarheid van de resultaten aanzienlijk verbeterd. Het is een belangrijke notie dat de SKB-test geen diagnostiek betreft, maar een pre-klinische bloedanamnese, gebaseerd op empirische wetenschap.

Indicatie

De sedimentatie-kombi-bloedtest (SKB-Test) is een holistisch diagnostisch instrument om verstoringen in de lichaamsfuncties in een vroeg stadium op te sporen.

Daarnaast geeft het aanwijzingen over de ontwikkeling en het ontstaan van een pathologische conditie (ziekteproces). Dit in tegenstelling tot klinisch (bloed)onderzoek, waarbij afwijkingen pas te zien zijn als de pathologische conditie zich reeds in het klinische stadium bevindt.

De volgende verstoringen kunnen met de SKB-Test worden aangetoond:

  • (Een toename in) de aanwezige hoeveelheid toxinen/ontstekingen
  • Verstoringen van enzymatische processen
  • Endocriene verstoringen
  • Leverbelasting
  • Nierbelasting
  • Mycotische en/of dysbiotische belasting van de darmen
  • Adrenale stress
  • Verschuivingen in de pH-waarde
  • De kwaliteit van het zuurstoftransport
  • De kwaliteit van de fibrinolyse
  • Mogelijke maligne procesvorming
  • Mogelijke cystevorming
  • Gereduceerde opname van koper, mangaan, zink, ijzer, kobalt, selenium, nikkel, chroom, jodium

De SKB-Test geeft een belasting aan in drie verschillende belastingssterktes die voorafgaan aan het klinische stadium van een ziekte:

  1. Belastingssterkte I = functionele verstoringen
    Dit is het gebied van lichte verstoringen die klinisch gezien niet aantoonbaar zijn.

  2. Belastingssterkte II = microverstoringen
    Dit zijn metabolische verstoringen die altijd behandeld dienen te worden.  Regulier klinisch bloedonderzoek geeft waarden die tegen de grenzen van de normaalwaarden zitten.

  3. Belastingssterkte III = macroverstoringen (overgang preklinisch/klinisch)
    Deze belastingssterkte geeft de overgang aan naar de pathologie zoals die ook regulier te diagnosticeren valt.